Wittenbols en Ligthert gaan Kaïn en Abel te
lijf “Ben ik mijn broeders hoeder?’, sprak de
schuldige Kaïn die zojuist de eerste (broeder)moord in de
geschiedenis van de mensheid had gepleegd.
Zijn motief was onduidelijk; Wraak zegt de een, pure
frustratie zegt de ander. Erfzonde, vindt een derde
Het stuk vertrekt waar het bijbelverhaal van Kaïn en Abel,
Genesis 4, ophoudt.
Set is de derde zoon van Adam en Eva.
Hij scheelt twintig jaar met zijn broer Kaïn. Hij heeft hem
nooit ontmoet.
Adam en Eva hebben Set altijd verboden contact te zoeken met
Kaïn, de moordenaar van zijn andere broer Abel.
Set weet dat zijn broer te herkennen is aan het Kaïnsteken. |
Hij
kent de antwoorden van zijn ouders maar niet die van Kaïn.
Set wil ze eindelijk horen, desnoods kwaadschiks.
Set worstelt
met een aantal vragen:
Is hij geboren ter vervanging van Abel?
Voldoet hij?
Waarom zijn zijn ouders nog altijd zo ongelukkig en blijven zij
treuren om Abel?
Waarom God’s ongelijke behandeling van Kaïn en Abel?
Wat vonden vader en moeder destijds van die ongelijkheid?
Wat vond Abel?
Wat Kaïn?
Wittenbols en Ligthert dalen af naar de vermeende oorsprong
van Het Kwaad. Ze zijn ervan overtuigd dat het herinterpreteren
van deze klassieke (bijbel)tekst helpt om de eigen moorddadige
tijd enigszins te kunnen begrijpen. Het Kwaad is immers een
verzamelnaam voor het bedreigende, de chaos, de beangstigende
leegte en verveling. Niet alleen in de maatschappij maar vooral
in onszelf. |